Hoe ziet het Edese buitengebied er straks uit?

Het Edese buitengebied (11.000 hectare agrarisch, 19.000 hectare natuur) verandert in rap tempo. Agrarische bedrijven stoppen, bestaande en nieuwe bedrijven worden steeds groter. Sommige agrarische bedrijven gaan iets heel anders doen. Recreatieterreinen zijn verouderd of nog niet klaar voor de toekomst. Kortom, om het buitengebied vitaal te houden is het nodig om een programma op te stellen. Een programma dat ontwikkelingen ondersteunt, in goede banen leidt en antwoorden vindt op de vragen die er spelen.

Bij dit alles is het belangrijk om de ruimtelijke kwaliteit te behouden. Welke mogelijkheden zijn er om de verschillende functies (wonen, bedrijvigheid, toerisme en natuur) te combineren en daarbij de speciale gebiedskenmerken te respecteren? In het programma Buitengebied moet dit allemaal samenkomen.

Hoe doen we dat?
Het is belangrijk dat we thema’s, ontwikkelingen, mogelijke knelpunten en nieuwe inzichten goed in beeld hebben.
Welk beleid is er? Zowel van gemeente, regio, provincie en rijk? Welk trends zien we? Hoe zitten betrokkenen erin? Wat vinden inwoners, ondernemers en natuurbeheerders? Om die laatste vraag te beantwoorden, komen er per thema
bijeenkomsten: voor de agrarische sector, de niet-agrarische sector en voor de recreatiesector. Per thema discussiëren betrokkenen over oplossingen. We beginnen bij de agrarische sector. Overkoepelend komt er nog een
bijeenkomst met als onderwerp: natuur, ecologie, milieu, duurzaamheid en voedsel. Want deze onderwerpen spelen in het hele gebied.

Nieuwe en grotere niet-agrarische bedrijven
Omdat de vrijstaande agrarische gebouwen betaalbaar zijn, is het voor ondernemers aantrekkelijk om zich hier in te vestigen. Gevolg is dat de bedrijventerreinen (met name bij de dorpen) leeg blijven. Op veel locaties in het buitengebied zijn niet-agrarische bedrijven gevestigd, zoals een boerenbedrijf dat een elektriciteitsbedrijf is geworden. Ze zijn daar vaak van oudsher aanwezig, kleinschalig begonnen en langzaam gegroeid. Met de huidige verandering van agrarische naar niet-agrarische functie, is een beperkte groei mogelijk (via sloop van gebouwen). De prijs van agrarisch vastgoed daalt steeds meer door het grote aanbod ervan. Hierdoor is het voor veel kleinschalige bedrijven interessant om hun locatie uit te breiden. Maar ook voor nieuwe bedrijven is het aantrekkelijker om zich te vestigen op een vrijkomende agrarische locatie, dan op één van de bedrijventerreinen. Hoe gaan we daar in de toekomst mee om?

Schaalvergroting en bedrijfsbeëindiging agrarische sector
De verwachting is dat tot 2030 circa 400 agrarische bedrijven in Ede stoppen. Dan komt er 650.000 tot 1.000.000 vierkante meter agrarische bebouwing vrij. We zien dat die grond onder andere wordt gebruikt voor woningbouw. Dit leidt dan tot de nieuwbouw van in totaal 650 tot 1.000 woningen in het buitengebied. In Nederland is het aantal agrarische bedrijven gedaald van 400.000 in 1950, naar 64.000 in 2012. Een daling van ruim 80%. De productiecapaciteit van de sector is gelijk gebleven: de overgebleven bedrijven zijn gegroeid. Om te kunnen blijven bestaan, moeten deze bedrijven blijven uitbreiden. In de gemeente Ede waren er in het jaar 2000 1243 agrarische bedrijven. Daar waren er in 2013 nog 852 van over. Zoals boven omschreven worden dat er in de toekomst dus alleen maar minder. Wat betekent dit voor het buitengebied.

Recreatieterreinen klaar voor de toekomst?
Het buitengebied van Ede is heel geschikt voor recreatie. Een aantal bedrijven loopt buitengewoon goed. Een ander deel van de recreatieterreinen in Ede is verouderd en niet klaar voor de toekomst. Ondernemers hebben ruimte nodig om in te kunnen spelen op trends en ontwikkelingen. Er zijn veel recreatieterreinen in de gemeente Ede (alleen al op de Veluwe 54 terreinen), maar ze worden vaak niet alleen voor recreatiedoeleinden gebruikt. Mensen wonen er permanent, of het terrein is zo sterk verouderd dat het deels leegstaat. De ondernemers die wel een bloeiend bedrijf hebben, zitten vaak klem omdat deze terreinen ‘dicht’ geregeld zijn. Door de hoeveelheid regels en wetten, kunnen ze niet inspelen op de huidige markt die om een creatief en hoogwaardig toeristisch product vraagt. Voor de recreatiebedrijven in Ede start een project dat zich richt op een duurzame recreatiesector, die klaar is voor de toekomst.